Bij ons mensen zit er een verschil tussen een werkelijke en een mentale leeftijd. Ditzelfde geldt voor bomen en planten. Om dit uit te leggen, gebruiken we weer het voorbeeld van de terrasplant. Als u situatie 1 met de verwijderde pot bekijkt, dan ziet u een enorme witte wortelmassa die zich niet verder kan ontwikkelen. Deze terrasplant zal dan ook geen jaar meer meegaan op uw terras. Hij zal beetje bij beetje wegkwijnen.
Diverse leeftijden en levensfases
Afbeelding 1: Aan de hand van een terrasplant worden er diverse situaties weergeven die ook van toepassing zijn op een boom

Situatie 1

Situatie 2

Situatie 3

Situatie 4
Als we de terrasplant 1 en 2 zouden vergelijken met de bomentabel volgens Figuur 1, dan zal deze ingeschaald worden volgens levensfase 7 of 8. Hij zal uiteindelijk gaan omschakelen naar fase 9 en 10, waar hij sterft. Zijn toekomst wordt verruimd zodra u de terrasplant verpot naar een veel grotere pot, volgens Situatie 3. De groei en waterbufferingsmoglijkheden worden zo in ruime mate verruimd, waardoor de terrasplant nu ingeschaald kan worden bij levensfase 5 en 6.

Figuur 1: diverse levensfases van een boom, van jong t/m aftakeling
Je kan vrijwel nooit zeggen: “die boom wordt zo hoog” (zoals vaak wel beweerd wordt op internet). De omstandigheden waarbinnen een boom zich bevindt zijn immers heel invloedrijk op de ontwikkeling, waarbij de ondergrondse groeiruimte, de waterbufferingsmoglijkheden en de capillaire werking een hele belangrijke rol spelen. Een mooi voorbeeld zijn de ‘verschillende grondwaterprofielen’ , waarbij de ondergrondse groeiruimte per profiel in het lichtbruin wordt weergegeven.
Groeiruimte en waterbufferingsmoglijkheden versus levensfases
Figuur 3: Weergave van 5 soorten grondwaterprofielen, die allemaal een andere uitwerking hebben op de ontwikkeling van een boom.

Een te hoge grondwaterstand

Grondwaterprofiel

Contactwaterprofiel

Hangwaterprofiel

Een diepliggend schijnwaterprofiel 1

Een hoogliggend
schijnwaterprofiel 2
Wat gebeurt er nu als we 40 jaar geleden overal, bij alle 6 de verschillende waterprofielen, exact dezelfde boom aangeplant zouden hebben, ervan uitgaande dat de infiltratiemogelijkheden (het uitwisselen van natuurlijk zuurstof en regenwater) samen met de bodemsamenstelling 100% vergelijkbaar zijn? Dan zouden er verschillende boomgroottes ontstaan, zoals je ziet in Figuur 3. Ook de levensfases van elke boom zouden dan heel anders zijn. Zo is de boom die is afgebeeld bij “een te hoge grondwaterstand” ongeveer in levensfase nummer 8. En ondanks dat de boom met het grondwaterprofiel 4 keer zo groot is in kroonomvang, verkeert deze boom slechts in levensfase nr. 5 of 6. De boom met het hangwaterprofiel blijft achter in groei, hij kan namelijk het grondwater niet bereiken. Maar dit betekent niet automatisch dat hij in een slechte levensfase verkeert. De grondkwaliteit (de waterbufferingsmoglijkheden) zal doorslaggevend zijn, er is immers genoeg ondergrondse groeiruimte.

De invloed van de grondkwaliteit en grondsamenstelling kunnen we op eenzelfde manier weergeven. Als we 40 jaar geleden overal, bij alle 4 de diverse grondsamenstellingen, exact dezelfde boom aangeplant zouden hebben en we er wederom vanuit gaan dat voorwaardes, zoals het grondwaterprofiel, 100% vergelijkbaar zijn, dan zullen er verschillende boomgroottes ontstaan. De ene grondsport biedt immers gewoon betere voorwaardes dan de andere grondsoort. Lees hierover meer op de informatiepagina 'bodemtypes versus bomen'.
Figuur 3: Een weergave van 4 verschillende grondsoorten die allemaal een andere uitwerking hebben op de ontwikkeling van een boom.
Daarom praten wij in onze rapporten over theoretische leeftijden, i.p.v. werkelijke leeftijden, en in levensfases.