
De infiltratiemogelijkheden rond een boom
Het type maaiveld en de infiltratiecapaciteit rondom een boom hebben een aanzienlijke invloed op de waterhuishouding en dus op de uitkomst van de groeiplaatsberekening. In de criteria voor de aanleg van een boomgroeiplaats is reeds aangegeven dat bij afwijkende kwaliteitscriteria de groeiplaats soms wordt vergroot ter compensatie. Bij bomen in verhard gebied, waar de beworteling zich voornamelijk onder de verharding ontwikkelt, wordt doorgaans een opslagpercentage van circa 35% gehanteerd. Dit is afhankelijk van factoren zoals het type verharding, het soort en het aantal verkeersbewegingen maar ook de mate van infiltratiecapaciteit.
Mogelijke oplossingen zijn het toepassen van speciale groeiplaatsystemen (zoals een bomenbunker), het gebruik van speciaal samengesteld bomenzand of bomengranulaat, het vervangen van verharding door half-verharding om de waterdoorlatendheid te verbeteren, het plaatsen van wortelbegrenzers ter begeleiding van de wortelgroei, het aanbrengen van beluchtingselementen voor optimale zuurstoftoevoer en het selecteren van geschikte boomsoorten.
4.0 Type maaiveld beïnvloed de groeiplaatsberekening

Figuur 1 geeft een overzicht van verschillende maaivelden en hun infiltratiecapaciteit als onderdeel van de boomgroeiplaats volgens vier vuistregels. De nummers 1 tot en met 3 zijn aanklikbaar en verwijzen naar de juiste informatiepagina. Er is ook een PDF met hoge leeskwaliteit die op een aparte pagina opent
boomgroeiplaats
Voor een optimale groei moet een boom kunnen beschikken over natuurlijk regenwater, vooral wanneer er sprake is van een hangwaterprofiel. Daarnaast is een verbinding met de buitenlucht belangrijk, aangezien zuurstof essentieel is voor het functioneren van de aanwezige bodemschimmels (mycorrhiza). Infiltratiemogelijkheden voor regenwater en zuurstof zijn dus noodzakelijk voor het bodemleven rond en onder de boom, en dus ook voor de ontwikkeling van de boom. Dit is ook te zien in het voorbeeld van de terrasplant. De terrasplant in situatie 2 kan nauwelijks natuurlijk water opvangen zonder een bijpassende watergeefschotel. Bij situatie 3 is dit echter anders. De terrasplant in situatie 4 vergt nog minder aandacht op uw terras, omdat deze is verpot in een grotere pot en voorzien is van een watergeefschotel.
Natuurlijk regenwater en zuurstof zijn belangrijk voor een boom
Afbeelding 1: Aan de hand van een terrasplant worden er diverse situaties weergegeven die ook van toepassing zijn op een boom

Situatie 1

Situatie 2

Situatie 3

Situatie 4
De beschikbaarheid van natuurlijk regenwater en zuurstof voor een boom wordt doorgaans bepaald door drie factoren:
-
Het type maaiveld volgens Tabel 1 bepaalt de infiltratiemogelijkheden rond een boom. Ook de afmetingen, bijvoorbeeld van de boomspiegels (zie Tabel 2 en 3 onderaan deze pagina) kunnen bepalend zijn.
-
De ligging en de hoogte van de stamvoet ten opzichte van de overige aansluitende onderdelen (het maaiveld) bepalen of het regenwater bij regenval naar de boom toe stroomt of juist van de boom af.
-
Daarnaast is er nog wel eens sprake van concurrerende bomen of planten.
De infiltratiemogelijkheden hangen af van 3 factoren

Tabel 1: De infiltratiemogelijkheden rond een boom is afhankelijk van het type maaiveld
We beginnen meteen met enkele voorbeelden waarin alle criteria met betrekking tot bodeminfiltratie vanzelf ter sprake komen. We starten met waterconcurrerende vegetatie rond de boom. Afbeelding 2 toont lichte opdruk van de bestrating, wat kan duiden op een tekort aan ondergrondse (groei)ruimte voor de boom. De klinkerverharding kan wel enig regenwater opnemen (zie Tabel 1: De infiltratiemogelijkheden rond een boom), maar bij hevige regenval stroomt het regenwater mede door de opdruk van de bestrating weg van de boom. Het grootste bezwaar aan de groeiplaats is echter dat de beukenhaag ervoor zorgt dat de boom minder natuurlijk regenwater ontvangt.
Voorbeeld 1

Afbeelding 2
Door het gunstige type maaiveld, kan de boom voldoende zuurstof en natuurlijk regenwater krijgen. Daarnaast ondervindt de boom geen extreme bodembelasting door verkeersbewegingen. Het is wel aan te bevelen een boomspiegel aan te leggen, vooral in gevallen van een hangwaterprofiel waarbij de boom volledig afhankelijk is van regenwater. Dit vermindert onder andere het risico op stambeschadigingen door gebruik van zitmaaiers, aangezien nauwkeurig maaien rondom de stam niet meer nodig is. Een boomspiegel vormt daarnaast ook de meest eenvoudige en kostenefficiënte methode voor bodemverbetering. Bovendien verbruikt een gemiddeld gazon aanzienlijk meer water dan vaak wordt aangenomen, namelijk ongeveer 5 tot 8 mm per m² per dag gedurende de zomer.
Voorbeeld 2
Afbeelding 3

De vrij jonge boom volgens Afbeelding 3 staat met zijn stamvoet hoger dan zijn omgeving. Als deze boom op hetzelfde niveau was geplant, zou hij meer regenwater hebben kunnen opnemen. Nu vloeit het water van de boom weg in plaats van naar de boom toe. De ligging van de boom is dus niet optimaal, maar wel acceptabel voor deze situatie. Aankomen jaren zal de stamvoet in nog verder omhoog kruipen zoals in Figuur 2 goed te zien is.
De stamvoet van een boom

Figuur 2: Het niveau van een stamvoet groeit (of kruipt) in de loop der jaren omhoog
De infiltratiemogelijkheden van de boom volgens Afbeelding 4 verkeert in aanzienlijk minder gunstige omstandigheden. De stamvoet is inmiddels omhoog gegroeid en bevindt zich veel hoger dan het fietspad en de rijbaan. Hierdoor kan de boom niet profiteren van het regenwater dat in zijn directe omgeving valt. De enige mogelijkheden voor waterinfiltratie voor de boom zijn de beperkte aanwezige 30x30 tegels. De rest van de omgeving is verhard met asfalt, wat praktisch geen regenwater kan opnemen en een hoge bodembelasting heeft.
Voorbeeld 3
De opname van natuurlijk zuurstof, die noodzakelijk is voor het bodemleven, laat hier ook te wensen over. Gelukkig is hier waarschijnlijk sprake van een gunstige grondwaterstand, gezien de omvang en stamdiameter van de boom, wat wijst op een oudere boom.

Afbeelding 4
Voorbeeld 4

Afbeelding 5
De beschrijving van de boom op Afbeelding 4 komt grotendeels overeen met die van de boom op Afbeelding 5. Het enige verschil is dat deze boom wat makkelijker toegang heeft tot natuurlijk regenwater. Bij regenval zal het water niet van de boom afvloeien, zoals in Afbeelding 5. Het enige positieve wat je nog zou kunnen benoemen is dat de aangrenzende verharding aangebracht is op een betonnen fundering, waardoor er geen wortelopdruk zichtbaar is. Een groot voordeel van betonplaten is dat zij zorgen voor een gelijkmatige drukverdeling (van bovenaf), wat bodemverdichting voorkomt. Hierdoor wordt de waterhuishouding niet verstoord. De oppervlakkige beworteling is geen goed teken. Dit duidt vaak op een tekort aan ondergrondse (groei)ruimte.
Bomen in verharding hebben vaak alleen toegang tot natuurlijk regenwater en zuurstof via de boomspiegel. De onderstaande twee tabellen geven een indicatie van de minimale en ideale afmetingen van de boomspiegel in de verharding. Deze afmetingen zijn gerelateerd aan de grootte en leeftijd van de boom (zie ook: Bomen van de 1ste, 2de en 3de grootte).
Richtlijnen boomspiegels die wenselijk zijn voor een boom

Tabel 2: Richtlijn voor minimale afmetingen van een boomspiegel in verharding

Tabel 3: Richtlijn voor ideale afmetingen van een boomspiegel in verharding
Door het tekort aan organische materialen is de grond of het maaiveld bij afbeelding 6 slempgevoelig. Slempen is het dichtvloeien van de bodemstructuur aan de bovenkant. Het aanbrengen van een afstrooilaag conform Afbeelding 7, bestaande uit een toplaag van 3 tot 5 cm compost, biedt dan een oplossing. Daarbij heeft dit ook andere voordelen.
Een compostlaag aanbrengen heeft veel effect op een boom.

Afbeelding 6: De grond binnen deze boomspiegel is slempgevoelig

Afbeelding 7: Het afstrooien van de boomspiegel met een laag compost heeft verschillende voordelen
De bovenkant van de spiegel krijgt hierdoor een open structuur wat bijdraagt aan een verbeterde opname van natuurlijk regenwater en zuurstof. De totale bovenlaag houdt meer vocht vast, het vermindert de verdamping aan de directe oppervlakte en als laatste stimuleert dit het bodemleven rondom en onder de boom. Het bodemleven manifesteert zich op verschillende dieptes, maar het meeste leven (80%) bevindt zich in de bovenste 20 cm van de bodem. Een compostlaag aanbrengen is doorgaans zeer effectief en wordt succesvol toegepast bij bestaande oudere bomen. Het proces kan elke drie jaar worden herhaald. Uiteraard heeft dit ook een aanzienlijke positieve uitwerking op bomen die niet in de verharding staan.
Opmerking: Bij het aanbrengen van een mulch- of compostlaag is het belangrijk dat het gecomposteerde materiaal volledig is uitgerijpt. Dit voorkomt overmatig zuurstofverbruik en anaerobe afbraak (respiratieproef < 10 mmol O2/kg). Een goede schimmeldominante compost komt meestal van de compostering van houtige gewassen en bladmateriaal. Het heeft een losse structuur, ruikt naar schimmels (zoals champignonlucht) en mag niet zuur ruiken. Ook andere gecomposteerde materialen, zoals Bokashi kunnen gebruikt worden.