
Grondwaterpeil versus bomen
Deze informatiepagina geeft een overzicht van alle grondwaterstanden die in Nederland voorkomen en vormt een aanvulling op het hoofdstuk over de waterhuishouding van een boom. Zoals weergegeven in figuur 1, heeft het type grondwaterpeil invloed op diverse kwaliteitscriteria die wenselijk zijn voor een boom. Eerst worden alle grijs gearceerd nummers 1.0, 1.1, 4.0, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, en 3.5 in het overzicht 3.0 nader toegelicht waarna alle voorkomende typen grondwaterstanden worden toegelicht.
3.0 De invloed van een grondwarerprofiel

Overzicht of Figuur 1 toont een gedetailleerd onderdeel van de boomgroeiplaats volgens de vier vuistregels. Alle grijze knoppen in het overzicht zijn aanklikbaar en verwijzen u naar de juiste alinea. Daarnaast is er een PDF met hogere leeskwaliteit, die automatisch op een andere pagina opent.
boomgroeiplaats
Groeiplaatsberekening - Grondwaterprofiel - Waterbuffering
1.0 in het overzicht. Zoals eerder toegelicht bij de criteria voor boomgroeiplaatsen, zijn de ondergrondse groeimogelijkheden – los van enkele externe factoren – doorgaans bepalend voor de levensduur van een boom. De hoeveelheid groenmassa die een boom bovengronds nodig heeft (in m³), dient overeen te komen met de beschikbare ondergrondse groeiruimte (eveneens in m³). Dit principe wordt aangeduid als de 50:50-regel (vuistregel nr. 1.0). Een meer diepgaande toelichting is te vinden bij de 4 vuistregels met betrekking tot de ondergrondse groeiruimte.
3.1 in het overzicht. Deze groeiruimte is essentieel voor zowel wortelontwikkeling als waterbuffering. Indien een boom het grondwater kan bereiken of dit in de toekomst kan doen via capillaire werking, kan de benodigde ondergrondse ruimte worden gehalveerd; in dat geval vervult de grondwaterstand immers de functie van waterbuffer. Meer uitleg vind je op de informatiepagina ‘de waterhuishouding van een boom’ bij paragraaf de Waterbufferingsmogelijkheden. Samenvattend heeft het type waterprofiel een aanzienlijke invloed op de benodigde ondergrondse groeiruimte. Daarnaast is de onderstaande alinea eveneens relevant voor de groeiplaatsberekening.

Hoge grondwaterstand: goed of slecht voor de boom?
1.1 - 3.2 in het overzicht. Over het algemeen is een hoge grondwaterstand dus gunstig voor bomen, maar bij een te hoge stand kan dit nadelige gevolgen hebben. Bomen wortelen niet dieper dan de hoogste grondwaterstand, (1 okt. laag versus 1 mrt hoog) waardoor een hoge stand ertoe leidt dat er minder beschikbare kubieke meters grond zijn. De diepte van de groeiruimte is vaak zeer bepalend hoeveel ruimte er in m3 beschikbaar is, wat de ontwikkelingsmogelijkheden van bomen kan beperken. Bij een grondwaterstand van 100 tot 80 cm of nog minder diep ondervinden bomen van de 1ste grootte met een leeftijd van 40 jaar meestal problemen. Figuur 2 toont daarom schematisch minder beschikbare grond in vergelijking met Figuur 3.
Figuur 2 en 3: Een hoge en een redelijk standaard grondwaterprofiel
Zodra u vanuit zuidelijke richting de provincie Drenthe inrijdt (bijv. via de N48), ziet u veelal korte gedrongen bomen. De bomen kunnen zich hier niet volledig ontwikkelen vanwege een te hoge grondwaterstand. Zoals je in Afbeelding 1 kunt zien, ligt de autoweg (de N48) ook ver boven het maaiveld.
.png)
Afbeelding 1: Bomen langs de N48 (provincie Drenthe)

Afbeelding 2: Bomen langs de N705 (Flevopolder)

Afbeelding 3: Verhoogde plantenbak
Hetzelfde geldt voor de Flevopolder (een gebied waar overigens ook veel wind staat, iets wat doorgaans bij de meeste bomen ook zorgt voor groeistagnatie).

Figuur 4: Het maaiveld verhogen of een verhoogde plantenbak aanbrengen, kan zeker een oplossing zijn voor een hoge grondwaterstand. De ondergrondse groeiruimte wordt daarmee vergroot, waardoor de boom veel meer ontwikkelingsmogelijkheden heeft.
Het verhogen van het maaiveld (volgens Figuur 4) of het aanbrengen van een verhoogde plantenbak, zoals te zien in Afbeelding 3, kan helpen bij problemen met een hoge grondwaterstand.
Verstoring van de waterhuishouding
3.4 in het overzicht. Een (te) hoge grondwaterstand heeft in veel gevallen een negatief effect op de drainagecapaciteit van de bodem
3.3 in het overzicht. Met name bij zware bodemtypes kan een hoge grondwaterstand de waterhuishouding binnen zowel de intensieve als extensieve wortelzone aanzienlijk verstoren. Dit verstoort met name de wortelontwikkeling van bomen. Zo komen hogere grondwaterstanden vaak voor op kleigronden, die door hun beperkte poriënvolume hier extra gevoelig voor zijn. Tijdens natte perioden die langer dan 24 uur aanhouden, kan hierdoor een tekort aan bodemzuurstof ontstaan. Op de informatiepagina over de waterhuishouding van bomen wordt uitgebreid toegelicht wat het poriënvolume inhoudt, evenals de relevante kwaliteitscriteria. Deze criteria zijn direct gekoppeld aan de benodigde zuurstofwaarden die essentieel zijn voor een gezonde boomgroei.

Figuur 5
4.0 in het overzicht. In figuur 7 zijn de infiltratiemogelijkheden rond de boon van extra belang, omdat dit daar de enige watertoevoer is. Meer informatie over de infiltratiemogelijkheden van bomen staat op een aparte pagina.
Figuur 6 en 7
Lage grondwaterstand: goed of slecht voor de boom?


3.5 in het overzicht. Figuur 6 illustreert een dwarsdoorsnede van een bodemprofiel waarin een hoge grondwaterstand bijdraagt aan de waterbuffering (wateropslag). In figuur 7 is het grondwater echter niet toegankelijk voor boomwortels, waardoor bomen aanzienlijk meer ondergrondse ruimte nodig hebben om een voldoende waterbuffer te realiseren. Om die reden is de bodemkwaliteit, waarbij met name het zandgehalte en het organisch stofgehalte bepalend zijn, van veel groter belang.
3.0 in het overzicht. Er zijn verschillende soorten grondwaterprofielen (zie Figuur 8). Deze hebben allemaal een andere uitwerking op de ontwikkeling en dus op de toekomstverwachting van een boom. Welke grondwaterstand er bij u van toepassing is kan u zien op onderstaande kaart van Nederland. U kunt het vaak ook vrij eenvoudig vinden op internet. Houd er wel rekening mee dat het grondwater een wisselende stand kan hebben, afhankelijk van bijvoorbeeld het weer en de seizoenen (1 okt. laag versus 1 mrt hoog).
Verschillende grondwaterprofielen
In principe hebben bomen evenveel ondergrondse groeiruimte nodig als dat ze bovengrondse groenontwikkeling (nodig) hebben. Maar op het moment dat een boom het grondwater kan of gaat bereiken, dan mag u de hoeveelheid m³ aan ondergrondse (groei)ruimte halveren. Bomen van de 1ste grootte profiteren doorgaans van een grondwaterstand die niet dieper ligt dan 3 à 3,5 meter. Onder de voorwaarde dat de waterhuishouding naar behoren functioneert. Voor bomen van de 3de grootte geldt dat ze doorgaans profiteren van een grondwaterstand die niet dieper ligt dan 2 à 2,5 meter.
Grondwaterprofiel
Zodra een boom het grondwater niet kan bereiken, is er sprake van een hangwaterprofiel. De boom is dan compleet afhankelijk van de infiltratiemogelijkheden voor het natuurlijke regenwater. Ook de kwaliteit van het bodemtype weegt hierbij veel zwaarder dan bij de andere soorten waterprofielen. Door de steeds drogere zomers (vooral de lengte van de droogteperiode), worden bomen met een hangwaterprofiel steeds meer ingeschaald als bomen met een mindere toekomstverwachting.
Hangwaterprofiel
Figuur 8: Weergave van 5 soorten grondwaterprofielen, die allemaal een andere uitwerking hebben op de ontwikkeling van een boom.

Een te hoge grondwaterstand

Grondwaterprofiel

Contactwaterprofiel

Hangwaterprofiel

Een diepliggend schijnwaterprofiel 1

Een hoogliggend
schijnwaterprofiel 2
Zoals gezegd, kan het grondwater een wisselende stand hebben gedurende het jaar. Zo kan er in de zomer (en begin najaar) een diepe grondwaterstand gelden, terwijl de grondwaterstand in de winter (en in het vroege voorjaar) hoger ligt waarbij de boom d.m.v. capillaire werking gebruik kan maken van de waterstand. Bij dit zogeheten contactwaterprofiel kunt u 20 tot 30% aftrekken van de benodigde m³ aan ondergrondse groeiruimte.
Contactwaterprofiel
Er is sprake van een schijnwaterprofiel wanneer er een harde grondlaag aanwezig is die niet doordringbaar is voor boomwortels (zie rode stippellijn in Figuur 8). Dit profiel kan, als de harde laag dieper ligt dan 150 cm, in bepaalde omstandigheden voordelen bieden. Over het algemeen is een harde grondlaag echter om diverse redenen onwenselijk. In veel gevallen leidt een schijnwaterprofiel tot groeistagnatie bij bomen. Meer informatie hierover is te vinden op de infopagina “Waterhuishouding - onderdeel: harde grondlagen”.
Schijnwaterprofiel
Kaart van Nederland met diverse (grond)waterprofielen

In deze gebieden is er praktisch altijd sprake van een grondwaterprofiel. In een aantal gevallen (zeer plaatselijk) is er sprake van een te hoge grondwaterstand (100cm of nog minder diep gemeten per 1-mrt.), waardoor bomen, zeker van de 1ste grootte, zich nooit helemaal goed kunnen ontwikkelen.
In deze gebieden is er veelal sprake van een grondwaterprofiel en in beperkte mate is er sprake van een contactwaterprofiel.
In deze gebieden is er veelal sprake van hangwaterprofiel en in beperkte mate is er sprake van een contactwaterprofiel.
In deze twee gebieden is er altijd sprake van een hangwaterprofiel waarbij de rode gebieden aangeven dat het grondwater dieper ligt dan 40 meter.
Een schijnwaterprofiel kan in geheel Nederland voorkomen.