Zoeken
32 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- Criteria boomgroeiplaats groeiruimte berekening bodem en waterhuishouding. | Bomen online | Vacature in het groen | Kuus buiteninrichting | Martijn Kuus
Het criterium voor de groeiplaats begint met een ondergrondse groeiruimteberekening en een beoordeling van de bodem en waterhuishouding van een boom. Wij bieden graag advies over de kosten van een dergelijke bomenrapportage. Criteria (aanleg) boomgroeiplaats INHOUD: 4 vuistregels t.a.v. de ondergrondse groeiruimte Vuistregel nr. 1 berekening ondergrondse groeiruimte. Vuistregel nr. 2. De waterhuishouding- bodemkwaliteit. Vuistregel nr. 3. Het grondwaterprofiel heeft invloed. Vuistregel nr. 4. De infiltratie mogelijkheden rond de boom Een boom is vergelijkbaar met een kamerplant De levensverwachting van een boom wordt doorgaans, met enkele uitzonderingen, grotendeels bepaald door de beschikbare groeiruimte. Deze ruimte is formeel te onderscheiden in twee componenten: de bovengrondse groeiruimte, oftewel de mogelijkheid voor de boom om zich bovengronds optimaal te ontwikkelen, en de ondergrondse (groei)ruimte. Toekomstverwachting – groeiplaats 4 vuistregels Het bepalen van de bovengrondse groeiruimte van een boomsoort kan relatief eenvoudig plaatsvinden aan de hand van de uiteindelijke hoogte en kroonomvang (het gerealiseerde of beoogde eindbeeld). De beoordeling van de ondergrondse (groei)ruimte is daarentegen complexer. Hierbij dienen vier belangrijke vuistregels zorgvuldig te worden overwogen. Om tot een nauwkeurige berekening of analyse te komen, is het bovendien essentieel om vooraf vast te stellen welke toekomstverwachtingen ten aanzien van de betreffende boomsoort gehanteerd worden (en hoe ver men hierin vooruit wenst te kijken). Maak eerst een Groeiruimteberekening 1.0 in het overzicht. Indien een boom een leeftijd van 60 jaar heeft bereikt of dit in de toekomst kan bereiken (wat per boomsoort verschillend is), heeft deze boom op dat moment of in de toekomst circa 60 m³ ondergrondse groeiruimte in zijn directe omgeving nodig. Over het algemeen kan dit worden berekend door de oppervlakte van de kroondoorsnede (van het eindbeeld of het beoogde eindbeeld van de betreffende boom) te nemen, verhoogd met 20%, en dit te vermenigvuldigen met de bewortelbare diepte (de groeiruimte). Deze diepte bedraagt doorgaans circa 70-90 cm Het is echter belangrijk om op te merken dat deze diepte soms sterk afhankelijk kan zijn van specifieke omstandigheden zoals de bodemsamenstelling. Dit onderwerp wordt nader toegelicht op de informatiepagina over de waterhuishouding van een boom. 1.0 in het overzicht. Een andere vergelijkbare berekening, die vaker toegepast wordt is (vooral bij bomen die van nature minder hoog worden): Wat een boom boven de grond aan groenmassa (nodig) heeft (in m3), heeft hij nu of in de toekomst ook nodig aan ondergrondse groeiruimte (diezelfde aantal m3). Dit heet de 50:50-regel. Werkwijze en uitzondering. 1.0 in het overzicht. Het is van cruciaal belang om eerst vast te stellen om welk type boom het gaat en vervolgens zijn soort omloop (zijn uiteindelijke leeftijd) te bepalen. Hierbij wordt vaak onderscheid gemaakt tussen een economische en een natuurlijke levensduur (of een nadere variant, voor verdere informatie hierover kunt u terecht bij "De natuurlijke levensduur en omlooptijden" ). Op basis van deze twee gegevens kan een berekening worden uitgevoerd voor de ondergrondse groeiruimte volgens vuistregel nr. 1 of 1a. Natuurlijk moet de uitkomst hiervan, uitgedrukt in ondergrondse kubieke meters wel aan verschillende kwaliteitscriteria voldoen volgen het overzicht. Diverse uitzonderingen: Bij een hogere grondwaterstand moet vuistregel nr. 3.0 worden geraadpleegd voor een aanvullende bepaling op de groeiplaatsberekening. Wanneer de kwaliteitscriteria van de waterhuishouding aanzienlijk afwijken, wordt er soms gekozen voor het verruimen van de groeiplaats als compensatie. Daarnaast moeten we opmerken: indien een boom zich in een verhard gebied bevindt waarbij de beworteling voornamelijk onder de verharding plaatsvindt, wordt een opslagpercentage van ongeveer 35% als algemene richtlijn gehanteerd. Dit percentage kan echter variëren afhankelijk van verschillende factoren (Bodemkwaliteit en verkeersbewegingen). 2.0 Waterhuishouding 2.0 de Bodemkwaliteit 1.0 Groeiplaatsberekening 3.0 Grondwaterstanden 4.0 boomgroeiplaats Samenvatting van een boomgroeiplaats volgens vier vuistregels. Klik op de nummers 1.0 t/m 4.0 in de afbeelding voor meer informatie. Daarnaast is er een PDF met hogere leeskwaliteit, die automatisch op een andere pagina opent. De waterhuishouding- bodemkwaliteit van een boom. 2.0 waterhuisding in het overzicht. Kort samengevat de groeiplaats van een boom word vaak opgedeeld in twee zones: een intensieve wortelzone, voornamelijk bedoeld voor wortelruimte, met minimaal 12% zuurstof en bij voorkeur 16% of meer, en een extensieve wortelzone, die moet voldoen aan waterafvoer (drainagecapaciteit), capillaire werking en waterbuffering, met bij voorkeur een poriënvolume van minimaal 9% en bij voorkeur 12% of meer. Deze bodemkundige criteria worden nader toegelicht op de informatiepagina 'De waterhuishouding van een boom'. 2.0 Bodemkwaliteit in het overzicht. De bodemkwaliteit beïnvloedt de waterhuishouding van bomen. Dit onderwerp wordt uitgebreid behandeld op de Informatiepagina over bodemkwaliteit. Hieronder volgt een korte toelichting: De kwaliteit van de bodem wordt, naast het gehalte aan organische stof (vooral relevant bij zandgrond), doorgaans bepaald door het element zand. Nederlandse bodems bestaan meestal uit twee tot vier basiselementen: zand, silt, lutum en organische stof. Het element zand, dat niet moet worden verward met het bodemtype zandgrond, is vaak dominant in vrijwel alle bodemtypes. Er zijn bijvoorbeeld gronden die volgens bodemkundige classificatie als kleigrond worden aangeduid, maar die toch voor 90% uit het element zand kunnen bestaan. Het grondwaterprofiel bij een boom heeft vaak invloed 3.0 in het overzicht. Wanneer de wortels van de boom het grondwater kunnen bereiken, mag het benodigde volume aan ondergrondse ruimte, zoals bepaald door vuistregel nr. 1 of nr. 1a, met de helft worden verminderd, aangezien waterbuffering minder belangrijk wordt doordat het grondwater deze functie vervult. Dit mag echter niet ten koste gaan van de drainagecapaciteit en de capillaire werking van de gehele boomgroeiplaats, wat kan voorkomen bij zwaardere bodemtypes zoals verder wordt uitgelegd op de informatiepagina over grondwaterprofielen versus bomen. De infiltratie mogelijkheden rond de boom 4.0 in het overzicht. Voor een optimaal bodemleven en waterbeheer, en dus voor een optimale groei, is het noodzakelijk dat de ruimte rond de boom (het maaiveld) vrij toegang heeft tot natuurlijk regenwater en natuurlijke zuurstof. De ontwikkeling van een boom zal anders verlopen afhankelijk van of de boom in bestrating, op een gazon of in een plantenvak staat, al dan niet met concurrerende planten of struiken. Voorbeeldsituaties worden toegelicht op de informatiepagina over infiltratiemogelijkheden rond bomen. Op de informatiepagina de waterhuishouding van een boom wordt onderstaande situatie, veel uitgebreider toegelicht, dit zou u nu nog een keer door kunnen lezen. Diverse situaties die van toepassing zijn op een boom, kunnen geïllustreerd worden aan de hand van een terrasplant. In situatie 1 staat de terrasplant in een te kleine pot, wat resulteert in onvoldoende ondergrondse groeiruimte. De levensduur van de terrasplant kan verlengd worden door gebruik te maken van een watergeefschotel, zodat de plant naar behoefte water kan opnemen. Een meer structurele oplossing is echter het verpotten van de terrasplant naar een grotere pot, waardoor er een open bodemstructuur ontstaat zoals in situatie 3. Daarnaast kan de terrasplant natuurlijk regenwater opnemen. De terrasplant wordt nog meer zelfvoorzienend wanneer deze na het verpotten ook wordt voorzien van een watergeefschotel. Groeicriteria terrasplant gelijkwaardig aan bomen Afbeelding 2: Aan de hand van een terrasplant worden er diverse situaties weergeven die ook van toepassing zijn op een boom Situatie 1 Situatie 2 Situatie 3 Situatie 4
- Info pagina's Bomen-online alles over bomen. Bomen online - Vacature in het groen - Kuus buiteninrichting
In onze bomen- en groenrapportages wordt vaak verwezen naar deze informatiepagina's, zodat de gemiddelde Nederlander de inhoud ook kan begrijpen. Our Story Every website has a story, and your visitors want to hear yours. This space is a great opportunity to give a full background on who you are, what your team does, and what your site has to offer. Double click on the text box to start editing your content and make sure to add all the relevant details you want site visitors to know. If you’re a business, talk about how you started and share your professional journey. Explain your core values, your commitment to customers, and how you stand out from the crowd. Add a photo, gallery, or video for even more engagement. Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Grafische Groen concepten Tuin- en landschaps- inrichtingen Boom, Groen en klimaat Oplossingen Technische en creatieve Info pagina's Een sterke bomen- of groenrapportage is kort en krachtig. Tijdens de opleiding hebben we geleerd om relevante informatie op te nemen en interessante details achterwege te laten. Het nadeel hiervan is dat lang niet elke bomen- of groenrapportage begrijpelijk is voor de gemiddelde Nederlander. Terwijl, burgerparticipatie en of het creëren van draagvlak voor groen binnen de samenleving wel een belangrijke opdracht is. Dit heeft ons ertoe gebracht om alle achtergrondeninformatie online beschikbaar te stellen ter ondersteuning van de door ons uitgebrachte bomen- of groenrapportages. Anders gezegd, in onze rapportages wordt vaak verwezen naar deze website. Onder de info pagina "Alle Onderwerpen" zijn diverse hoofdonderwerpen beschikbaar via het uitklapmenu. De pagina zelf bevat een volledige lijst van alle sub onderwerpen. Technische en creatieve oplossingen voor tuin en landschap, voor boom-, groen- en klimaatadaptatie
- Bomen online - Vacature in het groen - Kuus buiteninrichting
Het type grondwaterprofiel speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling en toekomstverwachting van een boom. Grondwaterpeil versus bomen Deze informatiepagina geeft een overzicht van alle grondwaterstanden die in Nederland voorkomen en vormt een aanvulling op het hoofdstuk over de waterhuishouding van een boom. Zoals weergegeven in figuur 1, heeft het type grondwaterpeil invloed op diverse kwaliteitscriteria die wenselijk zijn voor een boom. Eerst worden alle grijs gearceerd nummers 1.0, 1.1, 4.0, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, en 3.5 in het overzicht 3.0 nader toegelicht waarna alle voorkomende typen grondwaterstanden worden toegelicht. 3.0 De invloed van een grondwarerprofiel INHOUD De invloed van een grondwaterprofiel Afb. Overzicht Criteria diverse grondwaterstanden Groeiplaatsberekening – Grondwaterprofiel- Waterbuffering Hoge grondwaterstand: goed of slecht voor de boom? Verstoring van de waterhuishouding Lage grondwaterstand: goed of slecht voor de boom? Verschillende grondwaterprofielen versus bomen Grondwaterprofiel Hangwaterprofiel Contactwaterprofiel Schijnwaterprofiel Kaart van Nederland met div. (grond)waterprofielen 4.0 1.0 3.0 Overzicht of Figuur 1 toont een gedetailleerd onderdeel van de boomgroeiplaats volgens de vier vuistregels. Alle grijze knoppen in het overzicht zijn aanklikbaar en verwijzen u naar de juiste alinea. Daarnaast is er een PDF met hogere leeskwaliteit, die automatisch op een andere pagina opent. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 1.1 boomgroeiplaats 3.3 Groeiplaatsberekening - Grondwaterprofiel - Waterbuffering 1.0 in het overzicht. Zoals eerder toegelicht bij de criteria voor boomgroeiplaatsen , zijn de ondergrondse groeimogelijkheden – los van enkele externe factoren – doorgaans bepalend voor de levensduur van een boom. De hoeveelheid groenmassa die een boom bovengronds nodig heeft (in m³), dient overeen te komen met de beschikbare ondergrondse groeiruimte (eveneens in m³). Dit principe wordt aangeduid als de 50:50-regel (vuistregel nr. 1.0). Een meer diepgaande toelichting is te vinden bij de 4 vuistregels met betrekking tot de ondergrondse groeiruimte. 3.1 in het overzicht. Deze groeiruimte is essentieel voor zowel wortelontwikkeling als waterbuffering. Indien een boom het grondwater kan bereiken of dit in de toekomst kan doen via capillaire werking , kan de benodigde ondergrondse ruimte worden gehalveerd; in dat geval vervult de grondwaterstand immers de functie van waterbuffer. Meer uitleg vind je op de informatiepagina ‘de waterhuishouding van een boom’ bij paragraaf de Waterbufferingsmogelijkheden. Samenvattend heeft het type waterprofiel een aanzienlijke invloed op de benodigde ondergrondse groeiruimte. Daarnaast is de onderstaande alinea eveneens relevant voor de groeiplaatsberekening. Hoge grondwaterstand: goed of slecht voor de boom? 1.1 - 3.2 in het overzicht. Over het algemeen is een hoge grondwaterstand dus gunstig voor bomen, maar bij een te hoge stand kan dit nadelige gevolgen hebben. Bomen wortelen niet dieper dan de hoogste grondwaterstand, (1 okt. laag versus 1 mrt hoog) waardoor een hoge stand ertoe leidt dat er minder beschikbare kubieke meters grond zijn. De diepte van de groeiruimte is vaak zeer bepalend hoeveel ruimte er in m3 beschikbaar is, wat de ontwikkelingsmogelijkheden van bomen kan beperken. Bij een grondwaterstand van 100 tot 80 cm of nog minder diep ondervinden bomen van de 1ste grootte met een leeftijd van 40 jaar meestal problemen. Figuur 2 toont daarom schematisch minder beschikbare grond in vergelijking met Figuur 3. Figuur 2 en 3: Een hoge en een redelijk standaard grondwaterprofiel Zodra u vanuit zuidelijke richting de provincie Drenthe inrijdt (bijv. via de N48), ziet u veelal korte gedrongen bomen. De bomen kunnen zich hier niet volledig ontwikkelen vanwege een te hoge grondwaterstand. Zoals je in Afbeelding 1 kunt zien, ligt de autoweg (de N48) ook ver boven het maaiveld. Afbeelding 1: Bomen langs de N48 (provincie Drenthe) Afbeelding 2: Bomen langs de N705 (Flevopolder) Afbeelding 3: Verhoogde plantenbak Hetzelfde geldt voor de Flevopolder (een gebied waar overigens ook veel wind staat, iets wat doorgaans bij de meeste bomen ook zorgt voor groeistagnatie). Figuur 4: Het maaiveld verhogen of een verhoogde plantenbak aanbrengen, kan zeker een oplossing zijn voor een hoge grondwaterstand. De ondergrondse groeiruimte wordt daarmee vergroot, waardoor de boom veel meer ontwikkelingsmogelijkheden heeft. Het verhogen van het maaiveld (volgens Figuur 4) of het aanbrengen van een verhoogde plantenbak, zoals te zien in Afbeelding 3, kan helpen bij problemen met een hoge grondwaterstand. Verstoring van de waterhuishouding 3.4 in het overzicht. Een (te) hoge grondwaterstand heeft in veel gevallen een negatief effect op de drainagecapaciteit van de bodem 3.3 in het overzicht. Met name bij zware bodemtypes kan een hoge grondwaterstand de waterhuishouding binnen zowel de intensieve als extensieve wortelzone aanzienlijk verstoren. Dit verstoort met name de wortelontwikkeling van bomen. Zo komen hogere grondwaterstanden vaak voor op kleigronden, die door hun beperkte poriënvolume hier extra gevoelig voor zijn. Tijdens natte perioden die langer dan 24 uur aanhouden, kan hierdoor een tekort aan bodemzuurstof ontstaan. Op de informatiepagina over de waterhuishouding van bomen wordt uitgebreid toegelicht wat het poriënvolume inhoudt, evenals de relevante kwaliteitscriteria. Deze criteria zijn direct gekoppeld aan de benodigde zuurstofwaarden die essentieel zijn voor een gezonde boomgroei. Figuur 5 4.0 in het overzicht. In figuur 7 zijn de infiltratiemogelijkheden rond de boon van extra belang, omdat dit daar de enige watertoevoer is. Meer informatie over de infiltratiemogelijkheden van bomen staat op een aparte pagina. Figuur 6 en 7 Lage grondwaterstand: goed of slecht voor de boom? 3.5 in het overzicht. Figuur 6 illustreert een dwarsdoorsnede van een bodemprofiel waarin een hoge grondwaterstand bijdraagt aan de waterbuffering (wateropslag). In figuur 7 is het grondwater echter niet toegankelijk voor boomwortels, waardoor bomen aanzienlijk meer ondergrondse ruimte nodig hebben om een voldoende waterbuffer te realiseren. Om die reden is de bodemkwaliteit, waarbij met name het zandgehalte en het organisch stofgehalte bepalend zijn, van veel groter belang. 3.0 in het overzicht. Er zijn verschillende soorten grondwaterprofielen (zie Figuur 8). Deze hebben allemaal een andere uitwerking op de ontwikkeling en dus op de toekomstverwachting van een boom. Welke grondwaterstand er bij u van toepassing is kan u zien op onderstaande kaart van Nederland. U kunt het vaak ook vrij eenvoudig vinden op internet. Houd er wel rekening mee dat het grondwater een wisselende stand kan hebben, afhankelijk van bijvoorbeeld het weer en de seizoenen (1 okt. laag versus 1 mrt hoog). Verschillende grondwaterprofielen In principe hebben bomen evenveel ondergrondse groeiruimte nodig als dat ze bovengrondse groenontwikkeling (nodig) hebben. Maar op het moment dat een boom het grondwater kan of gaat bereiken, dan mag u de hoeveelheid m³ aan ondergrondse (groei)ruimte halveren. Bomen van de 1ste grootte profiteren doorgaans van een grondwaterstand die niet dieper ligt dan 3 à 3,5 meter. Onder de voorwaarde dat de waterhuishouding naar behoren functioneert. Voor bomen van de 3de grootte geldt dat ze doorgaans profiteren van een grondwaterstand die niet dieper ligt dan 2 à 2,5 meter. Grondwaterprofiel Zodra een boom het grondwater niet kan bereiken, is er sprake van een hangwaterprofiel. De boom is dan compleet afhankelijk van de infiltratiemogelijkheden voor het natuurlijke regenwater. Ook de kwaliteit van het bodemtype weegt hierbij veel zwaarder dan bij de andere soorten waterprofielen. Door de steeds drogere zomers (vooral de lengte van de droogteperiode), worden bomen met een hangwaterprofiel steeds meer ingeschaald als bomen met een mindere toekomstverwachting. Hangwaterprofiel Figuur 8: Weergave van 5 soorten grondwaterprofielen, die allemaal een andere uitwerking hebben op de ontwikkeling van een boom. Een te hoge grondwaterstand Grondwaterprofiel Contactwaterprofiel Hangwaterprofiel Een diepliggend schijnwaterprofiel 1 Een hoogliggend schijnwaterprofiel 2 Zoals gezegd, kan het grondwater een wisselende stand hebben gedurende het jaar. Zo kan er in de zomer (en begin najaar) een diepe grondwaterstand gelden, terwijl de grondwaterstand in de winter (en in het vroege voorjaar) hoger ligt waarbij de boom d.m.v. capillaire werking gebruik kan maken van de waterstand. Bij dit zogeheten contactwaterprofiel kunt u 20 tot 30% aftrekken van de benodigde m³ aan ondergrondse groeiruimte. Contactwaterprofiel Er is sprake van een schijnwaterprofiel wanneer er een harde grondlaag aanwezig is die niet doordringbaar is voor boomwortels (zie rode stippellijn in Figuur 8). Dit profiel kan, als de harde laag dieper ligt dan 150 cm, in bepaalde omstandigheden voordelen bieden. Over het algemeen is een harde grondlaag echter om diverse redenen onwenselijk. In veel gevallen leidt een schijnwaterprofiel tot groeistagnatie bij bomen. Meer informatie hierover is te vinden op de infopagina “Waterhuishouding - onderdeel: harde grondlagen” . Schijnwaterprofiel Kaart van Nederland met diverse (grond)waterprofielen In deze gebieden is er praktisch altijd sprake van een grondwaterprofiel. In een aantal gevallen (zeer plaatselijk) is er sprake van een te hoge grondwaterstand (100cm of nog minder diep gemeten per 1-mrt.), waardoor bomen, zeker van de 1ste grootte, zich nooit helemaal goed kunnen ontwikkelen. In deze gebieden is er veelal sprake van een grondwaterprofiel en in beperkte mate is er sprake van een contactwaterprofiel. In deze gebieden is er veelal sprake van hangwaterprofiel en in beperkte mate is er sprake van een contactwaterprofiel. In deze twee gebieden is er altijd sprake van een hangwaterprofiel waarbij de rode gebieden aangeven dat het grondwater dieper ligt dan 40 meter. Een schijnwaterprofiel kan in geheel Nederland voorkomen.
- Poster: werken rond bomen | Vacature in het groen- Bomen.online
Schade aan boomwortels wordt vaak pas na jaren zichtbaar en is een belangrijke oorzaak van voortijdige boomsterfte. Poster: Richtlijnen werken rond bomen Afbeelding: De poster "Werken rond bomen" benoemt vijf soorten wortelschade.
- Hoe belangrijk zijn oudere bomen nu eigenlijk? - Bomen online - Vacature in het groen - Kuus buiteninrichting
Een oude boom met een stamdiameter van 100-120 cm vertegenwoordigt dezelfde waarde als 100 tot 400 jonge bomen. Inhoud: De functiewaarden van een boom Functiewaarden per locatie volgens de bomenverordening Duurzaam boombehoud is vaak in veel opzichten veel efficiënter Hoe groter en ouder de boom, hoe groter de bijdrage Stadbomen hebben maar een gem. levensduur van 37 jaar Wat zijn duurzame bomen? Het boomsoort en de conditiewaarden bepalen het functiewaarden getal De Conditiecriteria zijn exact gelijk aan de Duurzaamheidscriteria Hoe belangrijk zijn oudere bomen nu eigenlijk? Deze gehele pagina beantwoord de vraag: "Maakt 1 boom nu het verschil?" Het antwoord is vaak: ja, iets wat we op een eenvoudige manier voor u in kaart gaan brengen. De meeste mensen die deze pagina hebben gelezen, waren aangenaam verrast. De PDF bevat een korte samenvatting. Duurzaam boom behoud is heel efficiënt. De functiewaarden van een boom Bomen, met name oudere bomen, vervullen talrijke maatschappelijke functies en zijn daarom van groot belang voor onze samenleving. In Afbeelding 1 worden de meest voorkomende functies weergegeven. Hoewel het misschien overbodig klinkt om te vermelden, is het geen nieuws dat de ene boom meer schaduw biedt dan de andere. Maar dit is eigenlijk van toepassing bij elke functiewaarde, wanneer we bijvoorbeeld kijken naar de functie van de biodiversiteit, zijn de verschillen bijzonder groot. Sommige bomen kunnen zelfs schadelijk zijn voor de biodiversiteit. Sinds enkele jaren wordt een classificatiesysteem gehanteerd met een groene lijst voor bomen die veel bijdragen aan de biodiversiteit, een gele lijst voor bomen met beperkte bijdrage, en een zwarte lijst voor bomen die schadelijk zijn voor de biodiversiteit. Voor meer informatie en een uitgebreidere toelichting, raadpleeg “Classificering Biodiversiteit” . Lijst 1 t/m 3: Biodiversiteitsclassificaties verdeeld in een groene, een gele en een zwarte lijst. Afbeelding 1: De vele en de diverse functiewaarden van een boom Functiewaarden van een boom Functiewaarden per locatie - bomenverordening Naast de algemene functiewaarden die praktisch voor elke boom van toepassing zijn, is de omgeving waarbinnen een boom zich bevindt ook van belang. Een boom binnen het stedelijk gebied heeft doorgaans een hogere en zeker een andere waarde dan een boom in het buitengebied. Om deze reden is er een bomenverordening opgesteld, waarin (lokale)regels zijn opgenomen om bepaalde bomen en houtopstanden (soms extra) te beschermen. Op basis van de bomenverordening zijn vier beoordelingscriteria vastgesteld. Voor meer informatie en een uitgebreidere toelichting, raadpleeg “Toelichting: Beoordeling functie of waarden van de boom” . Beoordelingscriteria 1: Waarde voor stadsschoon of landschap Beoordelingscriteria 2: Natuur- en milieuwaarde Beoordelingscriteria 3: Cultuurhistorische waarde Beoordelingscriteria 4: Waarde voor de leefbaarheid Elk beoordelingscriterium wordt nader geclassificeerd, waarbij er 3 classificaties worden gehanteerd. Top waarde Hoge waarde Normale waarde Afbeelding 1:In de bomenverordening zijn regels opgenomen om bepaalde bomen en houtopstanden (extra) te beschermen Een oude boom met een stamdiameter van 100-120 cm vertegenwoordigt dezelfde waarde als 100 tot 400 jonge bomen. Als u op korte termijn de kap van een oudere boom wilt compenseren, brengt dit aanzienlijke kosten met zich mee. Daarnaast heeft een nieuw geplante boom 1 of 2 jaar nodig om aan te slaan (voordat hij begint te groeien). Vervolgens duurt het minimaal 5 tot 10 jaar voordat de boom enigszins begint met het vervullen van de genoemde functionele waarden. Bekijk ook de bijgevoegde grafiek. Duurzaam boombehoud is vaak in veel opzichten veel efficiënter Afbeelding 2: Een oude boom met een stamdiameter van 100-120 cm is even waardevol als 400 tot 100 jonge bomen Hoe groter en ouder de boom, hoe groter de bijdrage De gewenste functiewaarden nemen exponentieel toe zodra bomen groter en ouder worden, met een toename in kroonomvang en hoogte, zoals weergegeven is in de afbeeldingen. Ook de levensduur van een boom, verdeeld in een economische en een natuurlijke levensduur , beïnvloedt de mate waarin de boom zijn functies kan vervullen. Bekijk ook de verschillende grafieken met toelichting bij Afbeelding 4 . Stadbomen hebben maar een gem. levensduur van 37 jaar Ondanks de grote behoefte aan groen binnen het stedelijk gebied, blijkt uit onderzoek dat een gemiddelde stadsboom niet ouder wordt dan 37 jaar. De belangrijkste oorzaken zijn: er is te weinig ondergrondse groeiruimte. Daarnaast is wijkrenovatie, vaak in combinatie met het vervangen van kabels en leidingen ook een belangrijke oorzaak. Hoe dan ook, deze leeftijd stemt niet overeen met de verwachte economische levensduur en al helemaal niet met de natuurlijke levensduur die van toepassing is op een boom van bijvoorbeeld de 1ste grootte (zie Afbeelding 3). Het vroegtijdig verwijderen van een boom, bijvoorbeeld na 37 jaar in plaats van bijvoorbeeld 80 jaar, betekent dat de boom slechts 25% van de beoogde functiewaarden levert ten opzichten van de functiewaarde die van toepassing zouden zijn bij 80 jaar. (Functiewaarde getal 20 versus 80 = 25%.) Naast de waarde van het groen, is er hier cijfermatig (financieel gezien) echt sprake van een aanzienlijke kapitaalverspilling. Afbeelding 3: De functiewaarden nemen exponentieel toe naarmate bomen groter en ouder worden. Wat zijn duurzame bomen? Is eigenlijk geen relevante vraag Een veelgestelde, begrijpelijke vraag, maar het is veel relevanter om te vragen wanneer er sprake is van een duurzame boomsituatie. Waarbij het boomsoort wel het vertrek- of uitgangspunt is, maar voor een optimale duurzame situatie zijn er echt meerdere kwaliteitscriteria vereist. Daarnaast bepaalt niet het boomsoort, maar juist de omgeving welke functiebehoeftes er noodzakelijk zijn voor die specifieke locatie (de boomlocatie). Een voorbeeld hiervan is de Plataan, die zeer geschikt is als stadsboom vanwege zijn weerstand tegen arme bodems, droogteperiodes, verharding en strooizout. Daarnaast kan deze boom snel een dichte groene massa vormen, wat gunstig is voor het creëren van schaduw. Echter, wat betreft biodiversiteit levert de plataan slechts een beperkte bijdrage. Daarentegen ondersteunt een Schietwilg direct en indirect ongeveer 450 verschillende dieren- en insectensoorten. (Bekijk ook "De groene, gele en zwarte lijst versus Biodiversiteit" .) Echter, de omvang is bijna de helft kleiner dan die van de plataan. De juist functiebehoeftes invullen voor de beoogde locatie is de meest duurzame boomsituatie. Het boomsoort en de conditiewaarden bepalen het functiewaarden getal Zoals u wellicht gelezen heeft, promoten wij een Bomen Effect-Advies in plaats van een B.E.-Analyse. Het grootste verschil tussen beide is als volgt: Bij een B.E.-Analyse wordt achteraf bepaald welke invloed de geplande werkzaamheden hebben op de bomen binnen het beoogde plangebied. Bij een B.E.-Advies wordt er echter vooraf gekeken naar de potentiële mogelijkheden waarbij een functiewaarden getal bepalend is. Na een veldinventarisatie wordt aan alle bomen een functiewaarden getal toegekend. Op deze manier wordt een helder en duidelijk overzicht gecreëerd. Dit geeft inzicht in welke bomen binnen een bepaald plangebied nu en in de toekomst het meest waardevol (kunnen) zijn. Soms komen hier echt verrassende conclusies uit voort. Afbeelding 4: Diverse boomgroepen met de bijbehorende functiewaarde getallen. De bomenwereld is ingedeeld in 3 (4) categorieën volgens Afbeelding 4. Nader te benomen als Bomen van de 1ste, 2de, en 3de grootte. Hoe groter de omvang van de boom (groene massa), hoe hoger het functiewaarden getal. Elke bomengroep heeft zowel een economische levensduur als een natuurlijke levensduur , welke gekoppeld is aan het functiewaarden getal. Dit getal dient als uitgangspunt. Op basis van de conditiewaarden zal er eventueel een af- of opwaardering plaatsvinden. Door het verbeteren van de groeiplaats kan zowel de conditie als de omloop naar een hoger niveau worden gebracht, wat resulteert in een aanzienlijke verhoging van de functiewaarden. De Conditiecriteria zijn exact gelijk aan de Duurzaamheidcriteria Wanneer een boom tekenen vertoont van verminderde conditie, zoals weergegeven in de vijf onderstaande afbeeldingen, zijn er doorgaans vier factoren die hierbij een rol spelen. De criteria die gelden voor conditiewaarden zijn exact vergelijkbaar met de criteria die gelden voor de een duurzame boomsituatie. De meest voorkomende oorzaak is een gebrek aan ondergrondse (groei)ruimte. Niet altijd maar dit probleem kan vaak worden opgelost door de huidige groeiplaats te vergroten en/of te verbeteren. Hoe ouder een boom wordt hoe meer groeiruimte hij nodig heeft. Voor een duurzame boomsituatie moet er dus voldoende ondergrondse groeiruimte zijn of gecreëerd worden. Een langere omloop of levensduur leidt tot een veel hoger functie waarden getal (leid tot een veel duurzamere situatie). Een andere oorzaak is. Er is een verkeerde boomkeuze geweest die (totaal) niet aansluit op de plaatselijke omstandigheden (zoals bodemtype, waterprofiel, (zee)wind, et cetera). In sommige gevallen kan de groeiplaats worden aangepast, maar soms is het beter om een nieuwe boom te plaatsen. Bomen die niet goed groeien leveren geen of onvoldoende functiewaarden. Dit resulteert in een niet-duurzame boomsituatie, wat ook geldt voor het vervullen van de functiebehoeftes op die locatie wenselijk zijn. Afbeelding 5: De criteria van de conditiewaarden zijn gelijk aan de duurzaamheidcriteria. Er kan sprake zijn van een (ernstige) virusaantasting. Of dit verholpen kan worden, hangt volledig af van het type virus. Het planten van vijf zomereiken, die bekend staan als duurzame bomen, is niet de meest optimale situatiekeuze. Het diversifiëren van het assortiment om ziektes en virussen te voorkomen, biedt een veel duurzamere oplossing. Ten slotte: er kan in het verleden wortelschade zijn ontstaan, mogelijk zijn er in het verleden graafwerkzaamheden rond de boom geweest. Bij beperkte wortelschade is er vaak sprake van een tijdelijke vermindering van de conditie. In het geval van ernstige schade is de overlevingskans van de boom gering. Het verstrekken van water en het verbeteren van de bodemstructuur zijn mogelijke maatregelen die overwogen kunnen worden. Het beschermen van de groeiplaats, ook wel bekend als het beschermen van de kwetsbare boom- of wortelzone, is essentieel voor het waarborgen van een duurzame boomomgeving. Het beschadigen van (gestel)wortels is in het algemeen de hoofdoorzaak van het voortijdig uitvallen van bomen. De ondergrondse gevolgen van dergelijke wortelschade, bijvoorbeeld door graafwerkzaamheden, worden vaak jaren later pas zichtbaar (bij de inventarisatie van de boomconditie). Daarom is het van belang dat wortelschade wordt voorkomen. Op de poster "WERKEN ROND BOMEN" kan 5 soorten wortelschade terugvinden. Bijlage 1: Op de poster “WERKEN ROND BOMEN” worden 5 soorten wortelschade benoemd. Afbeelding 6: Op de poster “WERKEN ROND BOMEN” worden 5 soorten wortelschade benoemd.
- Toekomstverwachting van een Boom | Vacature in het groen- Bomen.online
De levensverwachting of toekomstverwachting van een boom wordt, met enkele uitzonderingen, bepaald door de beschikbare ondergrondse groeiruimte. Wij verstrekken graag professioneel advies over de kosten van een dergelijke bomenrapportage. Toekomstverwachting van een boom. INHOUD: Het "Soort" toekomstverwachting! Externe factoren t.a.v. de toekomstverwachting. De groeiruimte versus de toekomstverwachtingen. Gelukkig sterven de meeste mensen op oudere leeftijd, maar helaas zijn er uitzonderingen. Hierbij kun je opmerken dat hoe ouder je wordt, hoe vatbaarder je bent voor allerlei mankementen. Voor een boom geldt hetzelfde. Op deze pagina wordt herhaaldelijk verwezen naar "de criteria aanleg boomgroeiplaats". Bij de aanleg van een nieuwe boomgroeiplaats dient te worden vastgesteld of er in de toekomst voldoende (groei)ruimte beschikbaar is. De toekomstverwachting, oftewel de groeimogelijkheden van een boom, wordt door 3 factoren bepaald. De natuurlijke omloopcyclus. De (groei)ruimtes: opgedeeld in 2 onderdelen. Daarnaast zijn er nog externe factoren , waar een boom vroegtijdig aan kan bezwijken. Het "Soort" toekomstverwachting is ruim interpreteerbaar! De toekomstverwachting van een boom kan op verschillende manieren en vooral vanuit diverse perspectieven worden beoordeeld. De uitkomst varieert doorgaans aanzienlijk, zeer afhankelijk van de tijdshorizon die wordt gehanteerd. Hoe verder men in de toekomst kijkt, des te meer groeiruimte er nodig zal zijn. Een eerste stap in het proces is het beoordelen van de natuurlijke levensduur van het boomsoort. Het is niet nuttig om een analyse voor een periode van 80 jaar te gaan maken terwijl de natuurlijke levensduur van de boom slechts 60 jaar is. Omdat de natuurlijke levensduur in veel gevallen nog steeds breed kan worden geïnterpreteerd, wordt meestal een economische omlooptijd als criterium gebruikt. Dit gebeurt volgens de richtlijnen van het Handboek Bomen of op basis van een vooraf vastgestelde omlooptijd per functiegebied . Bij het opstellen van een bomen effect analyse wordt vaak als beoordelingscriterium opgenomen of de boom nog een toekomst heeft van langer dan 15 jaar. Externe negatieve factoren t.a.v. de toekomstverwachting Conditionele factoren waar een boom vroegtijdig aan kan bezwijken zijn: er is een verkeerde boomkeuze geweest, die totaal niet aansluit op de situatie ter plaatsen (denk aan: bodemtype, waterprofiel en bijvoorbeeld (zee)wind), en er kan sprake zijn van ernstige ziektes en/of (zwam)aantastingen. Mechanische factoren kunnen zijn: Onnatuurlijke scheefstand. Ernstige bast-, kroon- of stamschade. (Storm- wind- bliksem- en aanrijschade, maar ook een spechtengat.) Wortelbeschadiging. Dit heeft veelal betrekking op werkzaamheden die plaats gevonden hebben rond de bomen. Het beschadigen van (gestel)wortels is in het algemeen de hoofdoorzaak van het voortijdig uitvallen van bomen. De ondergrondse gevolgen van dergelijke wortelschade, bijvoorbeeld door graafwerkzaamheden, worden vaak jaren later pas zichtbaar (bij de inventarisatie van de boomconditie). Daarom is het van belang dat wortelschade wordt voorkomen. Op de poster "WERKEN ROND BOMEN" kan 5 soorten wortelschade terugvinden. Bijlage 1: Een PDF met een hoogwaardige afdrukkwaliteit van de poster "Werken Rond Bomen" Afbeelding 1: Op de poster “WERKEN ROND BOMEN” worden 5 soorten wortelschade benoemd. De ondergrondse ruimte voorspelt vaak de toekomstverwachting De toekomstverwachting van een boom wordt, afgezien van de externe factoren en zijn natuurlijke levensduur, altijd bepaald door de beschikbare (groei)ruimte. Deze ruimte kan formeel worden opgedeeld in twee onderdelen: de bovengrondse groeiruimte (de mogelijkheid van de boom om zich bovengronds voldoende te ontwikkelen) en de ondergrondse (groei)ruimte. In de praktijk komt dit neer op de volgende verklaring: de toekomstverwachting van een boom wordt in veel gevallen bepaald door de ondergrondse groeiruimte. Hierbij alvast een afbeelding die uitgebreid wordt toegelicht op de informatiepagina over de aanleg van een boomgroeiplaats. 1.0 2.0 3.0 4.0 2.Wh 2.Bkw. Samenvatting van een boomgroeiplaats volgens vier vuistregels. Klik op de nummers in de afbeelding voor meer informatie. Daarnaast is er een PDF met hogere leeskwaliteit, die automatisch op een andere pagina opent. 1.0 3.0 2.Wh 2.Bkw. boomgroeiplaats
- Stadsontwerp Vergroening, waterbeheersing en klimaatadaptatie. Bomen online - Vacature in het groen - Kuus buiteninrichting
Tuin- en landschapsarchitectuur is prima te combineren met klimaatadaptatie. Bomen helpen hittestress te verminderen, bieden schaduw en bevorderen de biodiversiteit. Our Story Every website has a story, and your visitors want to hear yours. This space is a great opportunity to give a full background on who you are, what your team does, and what your site has to offer. Double click on the text box to start editing your content and make sure to add all the relevant details you want site visitors to know. If you’re a business, talk about how you started and share your professional journey. Explain your core values, your commitment to customers, and how you stand out from the crowd. Add a photo, gallery, or video for even more engagement. Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Portofolio Martijn Kuus Bomen-online Boom, Groen en klimaat Oplossingen Technische en creatieve Uitzending en dienstverlening voor: Tuin- en landschaps- inrichtingen Grafische Groen concepten klimaatadaptatie stadsontwerp Deze animatiefilm maakt deel uit van de groene grafische diensten en onderstreept dat wateroverlast in belangrijke mate kan worden voorkomen door vergroening in combinatie met innovatieve methoden, die ook wel bekendstaan als waterbeheer of klimaatadaptatie. Groen, met name goed groeiende grote bomen, absorbeert warmte, houdt water vast, biedt schaduw en stimuleert biodiversiteit. Effectief waterbeheer is essentieel voor optimale groei. Daarnaast toont deze animatie aan dat tuin- en landschapsarchitectuur goed samen kan gaan met klimaatadaptatie, (zie einde film). Heeft u interesse in een animatiefilm die past bij uw wensen? Neem contact met ons op. We kunnen ook andere groene thema's animeren. Animatiefilm vergroening, waterbeheersing en klimaatadaptatie Technische en creatieve oplossingen voor tuin en landschap, voor boom-, groen- en klimaatadaptatie
- De waterhuishouding van een boom is een levensvoorwaarde | Bomen online | Vacature in het groen | Kuus buiteninrichting
De waterhuishouding. Een boom heeft twee wortelzones: een intensieve voor beworteling en een extensieve voor capillaire werking en waterbuffering, Totaal met een aanbevolen diepte van minimaal 150 cm. De waterhuishouding van een boom INHOUD: Boomgroeiplaats opgesplitst in 2 wortelzones De benodigde groeiruimte. Wat wordt verstaan onder het poriënvolume? Poriënvolume- Bodemkwaliteit- Element zand Diverse bodemzuurstofgehaltes versus Bomen Wat is dan Capillaire werking? Waterbufferingsmogelijkheden Bodemverdichting erg schadelijk 4 voorbeelden van div waterhuishoudens De waterhuishouding van een boom verwijst naar hoe de boom zelf het interne water regelt en circuleert. Deze totale waterhuishouding, die wordt beoordeeld aan de hand van verschillende bodemkundige criteria, vormt een onderdeel van de groeiplaats en heeft invloed op de toekomstige gezondheid van de boom. Er kan volgens vuistregel nr. 1.0 wel genoeg groeiruimte zijn, maar deze ruimte moet ook daadwerkelijk functioneel zijn. Deze pagina richt zich vooral op bodemkundige aspecten volgens wortelzone w.1 en w.2, en behandelt niet uitgebreid de specifieke bodemtypes ; die komen aan bod op een andere informatiepagina. W.1 in het overzicht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee zones: de intensieve wortelzone (w.1), die primair is bedoeld voor wortelontwikkeling, bij voorkeur met een minimale diepte van 70 cm of meer. In deze zone dient het zuurstofgehalte minimaal 12% te bedragen, waarbij een gehalte van 16% of hoger als optimaal wordt beschouwd. W.2 in het overzicht. De extensieve wortelzone is met name gericht op beperkte wortelontwikkeling, drainagecapaciteit (waterafvoer), capillaire werking en, indien noodzakelijk, waterbuffering. In deze zone moet het poriënvolume – oftewel de luchtigheid van het bodemtype, welke nader toegelicht zal worden – minimaal 9% bedragen (met een optimum van 12% of meer). De vereiste diepte van deze zone varieert per situatie, maar dient zodanig te zijn dat aan de kwaliteitscriteria a tot en met d(e) wordt voldaan wat kan oplopen tot 60 a 80 cm met een minimum van circa 20 a 30 cm. Als de intensieve wortelzone minstens 100 cm diep is en aan het criterium van 12% zuurstof voldoet, dan is de extensieve wortelzone niet meer van toepassing. De intensieve wortelzone vervult dan automatisch ook de functie van de extensieve wortelzone. 2.0 Wat is een waterhuishouding? Boomgroeiplaats verdeeld in 2 wortelzones 3.0 w.1 Zuurstof > 12% 4.0 1.0 afm. groeiruimte e d c boomgroeiplaats f w.2 Poriënvolume > 9% Overzicht of Figuur 1 toont een gedetailleerd onderdeel van de boomgroeiplaats volgens de vier vuistregels. Alle genummerde items en bruine knoppen zijn aanklikbaar en verwijzen u naar de juiste alinea. Daarnaast is er een PDF met hogere leeskwaliteit, die automatisch op een andere pagina opent. g De benodigde groeiruimte of (groei)ruimte. afm. groeiplaats in het overzicht. Het onderscheid tussen de verschillende afmetingen kan verwarrend zijn. Er worden vier afmetingen onderscheiden: de intensieve wortelzone (w1), de extensieve wortelzone (w2), de groeiruimte, en de (groei)ruimte waarbij het woord groei tussen haakjes staat. De groeiruimte volgens vuistregel nr. 1.0, waarbij het woord ‘groei’ niet tussen haakjes staat bestaat uit de volledige intensieve wortelzone die voldoet aan het criterium van 12% zuurstof (w1), aangevuld met 20 tot 30 cm uit de extensieve wortelzone. een voorbeeld: als de intensieve wortelzone een diepte heeft van 70 cm en voldoet aan het zuurstofcriterium van 12%, en daarnaast is er een extensieve wortelzone van 80 cm vereist op basis van drainagecapaciteit of andere kwaliteitscriteria, dan bedraagt de benodigde groeiruimte nog steeds 70 cm (w1) plus 20 tot 30 cm uit de extensieve wortelzone. Nogmaals wanneer de intensieve wortelzone minimaal 100 cm diep is (lees de 2 soorten wortelzones w.1 en w.2) vervalt de gehele functie van de extensieve wortelzone en is de benoemde 100 cm de beschikbare gelijk aan de groeiruimte. Wanneer wordt gesproken over (groei)ruimte, waarbij het woord ‘groei’ tussen haakjes staat, wordt hiermee bedoeld de gehele intensieve wortelzone én de gehele extensieve wortelzone. In genoemd voorbeeld zou dit in totaal 150 cm zijn. Er is dus een verschil tussen groeiruimte zonder haakje en (groei)ruimte met haakjes. P oriënvolume > 9% in het overzicht. B omen groeien optimaal in bodems met een losse, open structuur die voldoet aan kwaliteitscriteria a tot en met d(e) zoals weergegeven in Figuur 1, wat wordt bepaald door het poriënvolume. Het beïnvloedt zowel het zuurstofgehalte als het drainerend vermogen van de bodem. In Figuur 2 zijn zandkorrels vergroot afgebeeld; de witruimtes ertussen worden aangeduid als poriën. Het poriënvolume omvat het geheel aan met lucht en of water gevulde ruimtes tussen gronddeeltjes. Hieronder volgen drie tabellen met aanwijzingen over poriënvolume, en zuurstofgehaltes. Wat wordt verstaan onder het poriënvolume? Figuur 2: Een aantal schematische zandkorrels (25 keer vergroot). Poriënvolume- Bodemkwaliteit- Element zand C - in het overzicht. Bodemkwaliteit is gelijk aan poriënvolume, maar ook gelijk aan de drainagecapaciteit. Op de informatiepagina 'Bodemkwaliteit in diverse bodemtypes' wordt dit onderwerp uitgebreid toegelicht. Hier geven we alvast een korte introductie. Het element zand, dat absoluut niet verward mag worden met het bodemtype zandgrond, is essentieel voor het poriënvolume van de bodem en komt veel voor in alle bodemtypes volgens onderstaande tabel. In Nederland bestaan bodems meestal uit zand, silt, lutum en organische stof, waarbij zand vaak het hoofdbestanddeel is—zelfs bij kleigrond kan het aandeel zand tot 90% oplopen. Het 1.)- percentage van het element zand, samen met 2.)- de korrelgrootte, 3.)- de vorm en 4.)- de uniformiteit van de aanwezige zandfracties zijn bepalend voor het poriënvolume en daarmee voor de ontwikkeling van bomen. Veel bodemtypen hebben doorgaans een poriënvolume van minimaal 9%, bij voorkeur 12% of meer. Deze waarden variëren echter afhankelijk van de omstandigheden, en het poriënvolume neemt af naarmate de diepte van de bodem toeneemt. Tabel 1: Het poriënvolume is het geheel aan met lucht en of water gevulde ruimten (poriën) tussen de vaste gronddeeltjes van de bodem. Diverse bodemzuurstofgehaltes versus Bomen Zuurstof > 12% in het overzicht. Boomwortels in de intensieve zone die minimaal 70 cm diep zou moeten zijn bij voorkeur meer zijn afhankelijk van voldoende zuurstof voor hun ademhaling en voor een optimale opname van voedingsstoffen en water. Het zuurstofgehalte in de bodem is tevens van groot belang voor het functioneren van het bodemleven, dat op zijn beurt essentieel is voor de vitaliteit van de boom. Zuurstof maakt deel uit van het poriënvolume in de bodem. In natte bodems kan een overschot aan (tijdelijk) water resulteren in zuurstoftekort bij de Boomwortels. Het ophogen van de grond rondom bomen kan het zuurstofgehalte verder reduceren. Bovendien onttrekken halfverteerde plantenresten of een (te) hoog gehalte aan organische stof (wat 2 vergelijkbare processen zijn) extra zuurstof aan de bodem. Tijdens het afbraakproces van het organisch materiaal worden zowel zuurstof als stikstof verbruikt, wat dan leid tot een zuurstof tekort wat weer te kosten gaat van de ontwikkeling van boomwortels. Tabel 2: Het poriënvolume bestaat uit water en lucht (zuurstofgehalte), Het zuurstofgehalte is dus een onderdeel van het poriënvolume. Onderstaande tabel geeft de bodemzuurstofwaarden weer voor bomen op een diepte van 30-50 cm. Een zuurstofgehalte van boven de 19% wordt als optimaal beschouwd, waarbij het maximum in de buitenlucht circa 22% bedraagt. Voldoende zuurstof—tussen 16 en 18%—is gewenst voor een gezonde wortelgroei, met name tijdens het groeiseizoen. Indien de kwalificatie ‘Onvoldoende’ geldt, is interventie noodzakelijk; waarden lager dan 12% vereisen directe actie. Zuurstofniveaus onder de –5% worden gekwalificeerd als ‘Zeer slecht’, hetgeen duidt op een verhoogd risico op acute wortelsterfte en blauwverkleuring. Bron: BOMEN-ONLINE.nl Tabel 3: Classificeringen zuurstofwaardes slechte (<11%), minimale (16%) en optimale zuurstofwaardes die gelden voor (boom)wortelontwikkeling. Wat is dan Capillaire werking? d - in het overzicht. Een alledaags voorbeeld van maximale capillaire werking kunt u zien door het volgende proefje uit te voeren: Laat uw suikerklontje voor slechts een beperkt deel (bijv. voor 35%) in uw kopje thee zakken. U zult zien dat het suikerklontje zich 100% vol zuigt met thee. Dit volzuigen noemen we capillaire werking. Grof zand, met een hoekige korrelstructuur met een groot poriënvolume, vertoont een optimale capillaire werking. Daarentegen zal een zelf gevormd balletje klei dat u voor een gedeelte in water laat zakken, zich niet volledig met water vullen, wat wijst op een beperkte capillaire werking. Afbeelding 1: Capillaire werking d.m.v. een suikerklontje. Een bodem die voldoet aan de vereisten voor optimale capillaire eigenschappen beschikt tevens over een natuurlijk drainerend vermogen tijdens natte perioden. Verstoring van deze capillaire werking, bijvoorbeeld door bodemverdichting, heeft een negatieve invloed op zowel de aan- als afvoer van water binnen het watersysteem en kan de groei en ontwikkeling van bomen nadelig beïnvloeden. Indien voldoende wateropslagcapaciteit aanwezig is (zie onderstaand de mogelijkheden voor waterbuffering), is een boom dankzij de capillaire werking in staat om zelfstandig en naar behoefte water op te nemen. Waterbufferingsmogelijkheden e - in het overzicht. Waterbuffering vormt een essentiële levensvoorwaarde voor bomen. Deze (tijdelijke) wateropslag zorgt ervoor dat de boom tijdens droge periodes toch over voldoende water kan beschikken. Er zijn twee typen waterbuffering mogelijk, of een combinatie van beide. De uitleg wordt aanvankelijk geïllustreerd aan de hand van een terrasplant. f - in het overzicht. Waterbuffering op basis van een hoog grondwaterpeil - In situatie 1 bevindt de terrasplant zich in een te kleine pot (er is te weinig groeiruimte volgens vuistregel nr. 1.0), waardoor de levensduur van de plant beperkt is. Het is mogelijk de levensduur enigszins te verlengen door gebruik te maken van een watergeefschotel, volgens situatie 2. Hierdoor kan de terrasplant water opnemen wanneer dat nodig is. De werking van een watergeefschotel is te vergelijken met een grondwaterstand die bereikbaar is voor boomwortels; een boom kan dan, mits er voldoende poriënvolume aanwezig is (nodig voor de capillaire werking), naar behoefte water opnemen. Afbeelding 2 t/m 5: Aan de hand van een terrrasplant worden er diverse situaties weergegeven die ook van toepassing zijn op een boom Situatie 1 Situatie 2 Situatie 3 Situatie 4 g - in het overzicht. Waterbuffering op basis van beschikbare (groei)ruimte - Een alternatieve oplossing is het verpotten van de terrasplant naar een grotere pot, conform situatie 3, waarbij een watergeefschotel overbodig zou zijn. De grotere pot biedt voldoende inhoud om tijdelijk water op te slaan (waterbuffering). Met andere woorden: wanneer een boom geen voordeel kan halen uit een hoge grondwaterstand, dient voldoende groeiruimte aanwezig te zijn voor tijdelijke wateropslag – doorgaans 50% meer dan bij buffering op basis van een hoog grondwaterpeil. Daarnaast speelt de kwaliteit van de bodem een veel belangrijkere rol. Een combinatie is ook mogelijk: wanneer deze plant, na het verpotten alsnog wordt voorzien van een watergeefschotel, dan wordt hij nog meer zelfvoorzienend. Figuur 3 toont een doorsnede van een bodemprofiel waarin een hoge grondwaterstand voor waterbuffering zorgt. Bij Figuur 4 is het grondwater onbereikbaar voor boomwortels, waardoor de boom meer ondergrondse ruimte nodig heeft om een adequate waterbuffer aan te leggen. Daarom speelt de bodemkwaliteit, die vaak sterk wordt beïnvloed door het organisch stofgehalte, een wezenlijk grotere rol. Figuur 3 en 4 c in het overzicht. Bodemverdichting is wel een veel groter en vaker voorkomend probleem dan de meeste mensen vermoeden. Als u het graswandelpad bekijkt in Afbeelding 6, dan heeft het beperkte lopen door het gras al een enorme impact op de grasontwikkeling. Een veel gemaakte denkfout of opmerking is dat het gras is kaal gelopen is, want dat is doorgaans niet het probleem. Er is gewoon al heel snel sprake van bodemverdichting, waardoor het waterhuishouden verstoord wordt. Zware bouwmachines, zoals op Afbeelding 8, zorgen praktisch altijd voor een harde laag in de grond. Afbeelding 6: Bodemverdichting: een veel voorkomend probleem Hierdoor ontstaat een schijnwaterprofiel, met alle problemen van dien. Vraag daarom altijd aan de desbetreffende machinist of hij voor vertrek de grond wil doorspitten. Hierdoor maak je de grond weer losser, waardoor er geen verstoring is van de waterhuishouding. Ook het verkeer rondom de boom (afhankelijk van de aanleg van de groeiplaats) kan heel veel invloed hebben op bodemverdichting (zie Afbeelding 7). Afbeelding 7: Afbeelding 8: c in het overzicht. Figuur 5 is een bodemdoorsnede met een grondwaterprofiel. Maar in dit profiel is er een ondiepe harde grondlaag die niet doordringbaar is voor regenwater. Zo'n harde grondlaag ontstaat vaak door bodemverdichting. Dit zorgt niet alleen voor beperkte wortelmogelijkheden, maar ook voor beperkte waterbufferingsmogelijkheden. Hoe minder (groei)ruimte, hoe minder wateropslagmogelijkheden. Daarbij is er in de winter vaak sprake van natte omstandigheden, wat weer ten koste gaat van het zuurstofgehalte en zodoende ook van het bodemleven. Daarnaast vergroot dit de kans op wortelrot. In de zomer is het vaak droger en voorkomt de harde grondlaag dat er een goede capillaire werking plaats kan vinden, terwijl het grondwater normaal gesproken binnen bereik is. Samenvattend: Bodemverdichting is om 6 redenen erg schadelijk voor de ontwikkeling van een boom. Bodemverdichting is vaak erg schadelijk (6 redenen) Figuur 5: Een bodemdoorsnede met een grondwaterprofiel in combinatie met een harde ondiepe grondlaag. Ligt de harde laag dieper dan 150 cm, dan is de situatie wel minder ernstig, voorop gesteld dat een harde grondlaag eigenlijk nooit wenselijk is. Maar bij een diepte van 150 cm, zijn er wel wortelmogelijkheden en waterbufferings-mogelijkheden. Natte omstandigheden wat weer ten kosten gaat van het zuurstofgehalte is bij een diepte van 150cm ook (veel) minder aan de orde. In de zomer kan de harde grondlaag zelf water vasthouden, wat een voordeel is als het grondwater sowieso al niet bereikbaar zou zijn voor de boomwortels. Er is dan sprake van een soort watergeefschotel zoals bij de terrasplant (afbeelding 2 t/m 5). Bodemdrainage zorgt voor zuurstof Buiten de zwaardere kleigronden, die beperkt voorkomen, zoals aangegeven is op kaart 1 (in het donkerblauw) en een aantal extremen om, voldoen veel bodemtypes aan de voorwaarde van een minimaal zuurstofgehalte van 12% (wenselijk is 16%) voor de intensieve wortelzone. Mocht er sprake zijn van een lager zuurstofgehalte, dan is actie noodzakelijk. Dit kan bijvoorbeeld door bodembewerking en/of verbetering. Bij veel zware bodemtypes kan er wel sprake zijn van een nat bodemtype, waardoor er een zuurstofgebrek ontstaat. De aanwezige ruimtes (het poriënvolume) die ook bedoeld zijn voor zuurstof, worden dan (langdurig) gevuld met regenwater. Een drainage aanleggen is dan vaak een oplossing. Kaart 1: Zwaardere kleigronden (in het donker aangegeven) met een laag zuurstofgehalte komen beperkt voor 4 div. waterhuishoudens en grondwaterstanden Onderstaand wordt weergegeven hoe een specifieke waterhuishouding samenhangt met een bepaald bodemprofiel en de ontwikkeling van een boom. In dit overzicht zijn verschillende twee grondwaterprofielen meegenomen. Verdere uitleg over de verschillende grondwaterprofielen is te vinden op een aparte informatiepagina. Het eerste bodemprofiel laat nogmaals een harde grondlaag zien die is ontstaan door bodemverdichting, zoals beschreven is in de paragraaf Bodemverdichting . Dit is vaak erg schadelijk (6 redenen). Het tweede bodemprofiel geeft de situatie weer bij een bodemtype dat van nature al weinig zuurstof heeft en ook nog eens gevoelig is voor verdichting. Voorbeelden hiervan zijn leem-, en kleigronden. Het derde bodemprofiel is het standaard grondwaterprofiel , zonder enige vorm van verdichting in de bodem. Er is voldoende water en zuurstof aanwezig voor de boom. Bij het vierde bodemprofiel is er sprake van een hangwaterprofiel , het grondwater is niet bereikbaar voor de boom. Dit is veel van toepassing bij het bodemtype zandgrond. Doorgaans is er dan wel veel groeiruimte. bodemprofiel 1 bodemprofiel 2 bodemprofiel 3 bodemprofiel 4 Figuur 6 t/m 9: Diverse bodemprofielen waarbij de waterhuishouding elke keer een ander effect heeft op een boom.
- Gehanteerde documenten bij onze boom- en adviesrapportages. | Bomen online | Vacature in het groen | Kuus buiteninrichting | Martijn Kuus
In onze bomen- en groenrapportages wordt vaak verwezen naar deze documenten, standaard richtlijnen. Inhoud: Bomen Effect Analyse -Advies Handboek bomen, Kennisbank en Norminstituut bomen Toelichting: Beoordeling functie of waarde van de boom Beoordelingscriteria Functiewaarden 1: Waarde voor stadsschoon of landschap Beoordelingscriteria Functiewaarden 2: Natuur- en milieu waarde Beoordelingscriteria Functiewaarden 3 : Cultuurhistorische waarde Beoordelingscriteria Functiewaarden 4: Waarde voor de leefbaarheid Classificering Biodiversiteit Toelichting Classificering Biodiversiteit De groene lijst versus Biodiversiteit De zwarte lijst versus Biodiversiteit De gele lijst versus Biodiversiteit Gehanteerde en diverse documenten Een Bomen Effect Analyse is een werkvolgorde die is opgesteld door de Bomenstichting in samenwerking met het Centrum Regelgeving en onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. Een min of meer landelijk erkende richtlijn waaraan alle overheidsinstellingen zich hebben verbonden, overigens wordt de richtlijn ook steeds meer gebruikt door derde, niet alleen omdat het consequent volgen van de werkvolgorde, die bestaat uit 16 bouwstenen, verdeeld over 4 onderdelen, erg handig is, het is in hoofdzaak ook erg prettig dat alle partijen dezelfde criteria hanteren. Bomen Effect Analyse - Advies De richtlijn van een Bomen Effect Analyse is dus een sterk wapen tegen het (on)bedoeld verwijderen van waardevolle bomen door bouw- of aanlegactiviteiten. Deze werkvolgorde brengt in een vroegtijdig stadium de bouw- of aanlegeffecten in kaart die betrekking hebben op de kwaliteit van de boom, de betekenis en het mogelijk duurzaam behoud. Daarnaast worden de mogelijke extra kwaliteitsmogelijkheden t.b.v. de bomen in kaart gebracht, waarmee mogelijk de duurzaamheid van de boom nog meer gewaarborgd kan worden. Afbeelding 1: Richtlijn bomen effect analyse, deze werkvolgorde bestaat uit 4 onderdelen en 16 bouwstenen. Een Bomen Effect Analyse is een gestructureerde werkvolgorde. Echter, tenzij anders vermeld in het rapport, wordt de technische inhoud van onze rapporten altijd bepaald door het Handboek Bomen. Het Handboek Bomen omvat gestandaardiseerde kwaliteitseisen, richtlijnen en normen die van toepassing kunnen zijn bij uitvoerende werkzaamheden, die plaats vinden aan of rondom een boom. De toepassing van het Handboek Bomen binnen een organisatie waarborgt de kwaliteitszorg rond bomen op professionele wijze. Handboek bomen, Kennisbank en Norminstituut bomen Het Handboek Bomen is ook geschikt als naslagwerk en dient als onafhankelijke kennisbron. Via de Kennisbank kunnen gebruikers online een breed scala aan onderwerpen raadplegen. De kwaliteitseisen, richtlijnen en normen in het Handboek Bomen kunnen dienen als onderbouwing van een advies aan collega’s, het college van BURGEMEESTER EN WETHOUDERS en overige belanghebbende, zoals bewoners. Elke vier jaar verschijnt er een update van het Handboek Bomen. Het Handboek Bomen is inhoudelijk gevalideerd door vakspecialisten uit de branche. Naast deelname van opdrachtgevers, opdrachtnemers en opleiders zijn externe specialisten intensief betrokken bij de validatie. Denk hierbij aan, boomkwekers, bodemkundige, civiele deskundige etc. etc. Afbeelding 2: Het Handboek Bomen is een erkende bron die gestandaardiseerde kwaliteitseisen bevat en tevens dient als naslagwerk. Toelichting: Beoordeling functie of waarde van de boom Naast de algemene functiewaarden die voor elke boom van toepassing zijn, is de omgeving waarbinnen een boom zich bevindt ook van belang. Een boom binnen het stedelijk gebied heeft doorgaans een hele andere waarde dan een boom in het buitengebied. Om deze reden is er een bomenverordening opgesteld, waarin (lokale)regels zijn opgenomen om bepaalde bomen en houtopstanden (soms extra) te beschermen. Op basis van de bomenverordening zijn vier beoordelingscriteria vastgesteld Beoordelingscriteria 1: Waarde voor stadsschoon of landschap Beoordelingscriteria 2: Natuur- en milieuwaarde Beoordelingscriteria 3: Cultuurhistorische waarde Beoordelingscriteria 4: Waarde voor de leefbaarheid Op elk van de bovengenoemde criteria kan een boom 3 mogelijke classificeringen krijgen : Top waarde Hoge waarde Normale waarde Afbeelding 1:In de bomenverordening zijn regels opgenomen om bepaalde bomen en houtopstanden (extra) te beschermen Beoordelingscriteria 1: Waarde voor stadsschoon of landschap Bomen die geen of nauwelijks toegevoegde waarde hebben voor het stadsschoon of het landschap vallen in categorie B3. Een boom van een beperkte grootte zal zelden beeldbepalend zijn voor de gemeente. Hij kan echter wel in een verder vrij boomloze straat een beeldbepalende waarde hebben voor de directe omgeving. Zo’n boom kan dus in categorie B2 terecht komen. Categorie B1 - Topwaarde: Beeldbepalend voor de gemeente; Categorie B2 - Hoge waarde: Beeldbepalend voor de wijk of buurt; Categorie B3 - Normale waarde: Zichtbaar of beeldbepalend voor de plek of de directe omgeving Beoordelingscriteria 2: Natuur- en milieuwaarde Inheemse boomsoorten zijn ecologisch gezien in beginsel waardevoller dan uitheemse soorten, omdat er ‘van nature’ meer planten, dieren en insecten gebruik maken van deze boomsoorten. Bekijk en lees ook de Biodiversiteitsclassificaties . Daarentegen biedt een grote uitheemse boom meer schuilplaats dan een kleine inheemse boom. Categorie N1 - Topwaarde: Ecologisch of milieutechnisch waardevol voor de gemeente; Categorie N2 - Hoge waarde: Ecologisch of milieutechnisch waardevol voor buurt of wijk; Categorie N3 - Normale waarde: (beperkte) toegevoegde ecologische- of milieutechnische waarde voor de plek of de directe omgeving. Beoordelingscriteria 3: Cultuurhistorische waarde Het gaat hier om bomen verweven met de geschiedenis van de omgeving. Het kunnen tevens bomen zijn die als gedenkboom zijn aangeplant of onderdeel uitmaken van een gemeentelijk- of rijksmonument. Categorie C1 - Topwaarde: Cultuurhistorisch waardevol voor de gemeente; Categorie C2 - Hoge waarde: Cultuurhistorisch waardevol voor buurt of wijk; Categorie C3 - Normale waarde: Cultuurhistorisch waardevol voor de plek of de directe omgeving. Beoordelingscriteria 4: Waarde voor de leefbaarheid Het gaat hier om de mate dat de boom een bijdrage levert aan een aangename woonomgeving. Bijvoorbeeld door te zorgen voor gewenste beschaduwing of een plek om te spelen, zoals een klimboom. Categorie L1 - Topwaarde: Waardevol voor de leefbaarheid van de gemeente; Categorie L2 - Hoge waarde: Waardevol voor de leefbaarheid van buurt of wijk; Categorie L3 - Normale waarde: Waardevol voor de leefbaarheid van de plek of de directe omgeving. Classificering Biodiversiteit In 2010 was er nog ongeveer een derde over van onze biodiversiteit vergeleken met 1900. Dit verlies is onder andere te wijten aan intensieve landbouw, de aanleg van wegen en vooral verstedelijking en verstening. Het aanplanten van bijvoorbeeld extra bomen lijkt een voor de hand liggende oplossing. Echter, niet elke boom ondersteunt hetzelfde aantal dieren- en plantensoorten. Een Zomereik en een Schietwilg, (die beide op de groene lijst staan) ondersteunen direct en indirect ongeveer 450 verschillende dieren- en insectensoorten, terwijl een Amerikaanse eik (die op de zwarte lijst staat) slechts ongeveer 13 dieren- en insectensoorten ondersteunt. Nog een voorbeeld, een plataan (die vermeld staat op de gele lijst) is uitstekend geschikt als stadsboom dankzij zijn weerstand tegen voedselarme bodems, droogteperioden, gesloten verharding en strooizout. Bovendien kan deze boom snel een dichte groene massa vormen, wat gunstig is voor schaduwvorming. Echter, in termen van biodiversiteit levert de plataan slechts een matige bijdrage. En daarom staat hij op de gele lijst. Tabel 1: De Groene lijst met boomsoorten die veel bijdragen aan de Biodiversiteit De groene, gele en zwarte lijst versus Biodiversiteit Sinds enkele jaren wordt er een groene, gele en zwarte lijst gehanteerd. Praktisch alle inheemse boomsoorten (boomsoorten die van oorsprong in Nederland voorkomen) leveren doorgaans een hogere bijdrage aan de biodiversiteit. Veel van deze soorten staan op de groene lijst. Daarnaast is er sprake van uitheemse boomsoorten, (boomsoorten die van oorsprong niet in Nederland voorkwamen) ook wel exoten genoemd. Tabel 2: De zwarte en de gele lijst met boomsoorten die beperkt bijdragen of zelf schadelijk zijn voor de biodiversiteitt Niet alle exoten die zich vestigen vormen een risico voor de natuur, deze boomsoorten staan op de gele lijst. Sommige soorten, die aangeduid worden als invasieve exoten, gedijen echter zo goed dat ze inheemse soorten verdringen, schade aan de natuur veroorzaken en verlies van biodiversiteit met zich meebrengen. Deze soorten staan daarom op de zwarte lijst. Bronnen: Centraal Bureau voor de Statistiek, Wageningen University & Research en Natuur & Milieu De groene lijst versus Biodiversiteit Latijnse Naam Nederlandse Naam Drietandesdoorn Veldesdoorn/Spaanse aak Kolchise esdoorn Noorse esdoorn Gewone esdoorn Rode esdoorn Zilver esdoorn Rode paardenkastanje Witte paardenkastanje Japanse Kaukasische els Hartbladige els Zwarte els Witte els Krentenboompje Zwarte berk Papierberk Ruwe berk Zachte berk Witte Himalayaberk Haagbeuk Tamme kastanje Trompetboom Zwepenboom Judasboom Gele kornoelje Rode kornoelje Zweedse kornoelje Hazelaar Bastaard hanespoordoorn Tweestijlige meidoorn Eenstijlige meidoorn Beuk frangula Vuilboom/sporkehout Smalbladige es Gewone es Pluim-es Valse Christusdoorn Hulst Jeneverbes Chinese vernisboom Wilde liguster Tulpenboom Appel (alle soorten) Mispel Witte moerbei Zwarte moerbei Fijnspar Blauwe spar Zwarte den Grove den Acer buergerianum Acer campestre Acer cappadocicum Acer platanoides Acer pseudoplatanus Acer rubrum Acer saccharinum Aesculus ×carnea Aesculus hippocastanum Alnus ×spaethii Alnus cordata Alnus glutinosa Alnus incana Amelanchier arborea Betula nigra Betula papyrifera Betula pendula Betula pubescens Betula utilis Carpinus betulus Castanea sativa Catalpa bignonioides Celtis occidentalis Cercis siliquastrum Cornus mas Cornus sanguinea Cornus suecica Corylus avellana Crataegus ×lavallei Crataegus laevigata Crataegus monogyna Fagus sylvatica Frangula alnus/Rhamnus Fraxinus angustifolia Fraxinus excelsior Fraxinus ornus Gleditsia triacanthos Ilex aquifolium Juniperus communis Koelreuteria paniculata Ligustrum vulgare Liriodendron tulipifera Malus (alle soorten) Mespilus germanica Morus alba Morus nigra Picea abies Picea pungens Pinus nigra Pinus sylvestris Latijnse Naam Nederlandse Naam Grauwe abeel Zwarte populier Ratelpopulier Balsempopulier Zoete kers Kerspruim Zure kers Mantsjoerijse kers Gewone vogelkers Japanse sierkers Japanse sierkers Sleedoorn Sierpeer Wilde peer Moseik Scharlaken eik Hongaarse eik Steeneik Moeraseik Wintereik Zomereik Wegedoorn Bindwilg Schietwilg Geoorde wilg Chinese treurwilg Boswilg Grauwe wilg Kraakwilg Laurierwilg Bittere wilg Kruipwilg Amandelwilg Katwilg Gewone vlier Bergvlier Lijsterbes Zweedse meelbes Breedbladige meelbes Honingboom Honingboom Franse tamarisk Venijnboom Gewone linde Gewone linde Amerikaanse linde Winterlinde Zomerlinde Zilverlinde Iep (alle soorten) Populus ×canescens Populus nigra Populus tremula Populus trichocarpa Prunus avium Prunus cerasifera Prunus cerasus Prunus maackii Prunus padus Prunus sargentii Prunus serrulata Prunus spinosa Pyrus calleryana Pyrus pyraster Quercus cerris Quercus coccinea Quercus frainetto Quercus ilex Quercus palustris Quercus petraea Quercus robur Rhamnus cathartica Salix ×rubens Salix alba Salix aurita Salix babylonica Salix caprea Salix cinerea Salix fragilis Salix pentandra Salix purpurea Salix repens Salix triandra Salix viminalis Sambucus nigra Sambucus racemosa Sorbus aucuparia Sorbus intermedia Sorbus latifolia Styphnolobium japonicum Sophora japonica Tamarix gallica Taxus baccata Tilia ×europaea Tilia vulgaris Tilia americana Tilia cordata Tilia platyphyllos Tilia tomentosa Ulmus (alle soorten) Tabel 1: De Groene lijst met boomsoorten die veel bijdragen aan de Biodiversiteit De Zwarte lijst versus Biodiversiteit Latijnse Naam Nederlandse Naam Wilgacacia Vederesdoorn Grijze streepjesbastesdoorn Hemelboom Amerikaans krentenboompje Krentenboompje Erwtenboompje Canadese kornoelje Dwergmispel Dwergmispel Dwergmispel Grote boogcotoneaster Rimpelige cotoneaster Wilgbladige cotoneaster Smalle olijfwilg Zilverwilg Langstelige olijfwilg Acacia saligna Acer negundo Acer rufinerve Ailanthus altissima Amelanchier lamarckii Amelanchier spicata Caragana arborescens Cornus sericea Cotoneaster ×watereri Cotoneaster ambiguus Cotoneaster boisianus Cotoneaster bullatus Cotoneaster rehderi Cotoneaster salicofolius Elaeagnus angustifolia Elaeagnus commutata Elaeagnus multiflora Latijnse Naam Nederlandse Naam Schermolijfwilg Pennsylvaanse es Anna Paulownaboom Weymouthden Canadapopulier Witte abeel Mesquite Amerikaanse vogelkers Kleine vogelkers Amerikaanse eik Azijnboom Valse acacia Sering Bijenboom Talgboom Westelijke hemlockspar Elaeagnus umbellata Fraxinus pennsylvanica Paulownia tomentosa Pinus strobus Populus ×canadensis Populus alba Prosopis juliflora Prunus serotina Prunus virginiana Quercus rubra Rhus typhina Robinia pseudoacacia Syringa vulgaris Tetradium daniellii Triadica sebifera Tsuga heterophylla Tabel 2: De Zwarte lijst met boomsoorten die schadelijk zijn voor de Biodiversiteit De gele lijst versus Biodiversiteit Boomsoorten die niet op de groene of zwarte lijst voorkomen, worden door ons automatisch op de gele lijst geplaatst. De term "de gele lijst" is door ons zelf in het leven geroepen wegens gebrek aan een betere benaming, Het is dus geen erkende of veel voorkomende term.
- Privacybeleid | Vacature in het groen- Bomen.online
Privacybeleid Een privacybeleid is een verklaring die enkele of alle manieren bekendmaakt waarop een website de gegevens van bezoekers en klanten verzamelt, gebruikt, openbaar maakt en beheert. Het voldoet aan het wettelijke voorschrift om de privacy van een bezoeker of klant te beschermen. Landen hebben eigen wetten en per jurisdictie verschillende voorschriften met betrekking tot het gebruik van een privacybeleid. Zorg ervoor dat u de wetgeving volgt die relevant is voor uw activiteiten en locatie. Wat moet er in algemene zin behandeld worden in uw privacybeleid? Wat voor soort informatie verzamelt u? Hoe verzamelt u informatie? Waarom verzamelt u de betreffende persoonlijke informatie? Hoe bewaart, gebruikt, deelt en onthult u de persoonlijke informatie van uw sitebezoekers? Hoe communiceert u (in voorkomende gevallen) met uw sitebezoekers? Is uw service gericht op het verzamelen van informatie van minderjarigen? Updates privacybeleid Contactinformatie In dit ondersteunende artikel krijgt u meer informatie over hoe u een privacybeleid samenstelt. De uitleg en informatie die hierin wordt gegeven betreft echter enkel uitleg, informatie en voorbeelden in algemene zin. U dient dit artikel niet te interpreteren als juridisch advies of als aanbevelingen omtrent hetgeen u daadwerkelijk zou moeten doen. We raden u aan juridisch advies in te winnen voor het verkrijgen van inzicht en om u te helpen bij het opstellen van uw privacybeleid.
